Balans
Schooluitval voorkomen door aansluiting bij belevingswereld kind
 
(Vervolg van pagina 1)

Zijn werkend leven lang is Delnooz vanuit de wetenschap op zoek naar bruikbare theorieën in de praktijk met als doel om in de klas de leerprestaties van álle kinderen te verbeteren.

‘Ik zoek naar oplossingen die juist óók recht doen aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. En ik kan er kort over zijn: alles staat of valt met het gedrag en de kennis van de leerkracht. En dat betekent dat hij of zij een grote verantwoordelijkheid draagt. Net als de schoolleider en het schoolbestuur die hun docententeam hiertoe moeten faciliteren.’


Hoe kan een leraar dat nou voorkomen, uitval of thuiszitten?
‘We weten inmiddels uit vele onderzoeken dat meer leerlingen uitvallen in een klas of groep of, nog erger, thuis komen te zitten als de docent niet beschikt over de volgende vier eigenschappen: empathisch vermogen, in staat zijn om leerlingen te motiveren door de sterke en zwakken kanten van de leerling te ontdekken, daarop op creatieve wijze kunnen inspelen en als laatste, weten welke leerdoelen er behaald moeten worden.’

    
Paul Delnooz

Voor zover leerkrachten deze eigenschappen niet al in zich hebben, leren ze dat toch juist op de Pabo?

‘Dat zou je denken, en hopen ook. Maar daar leren ze juist precies het tegenovergestelde. Daar bestaat het curriculum uit: ‘Lesgeven doe je op deze manier. De de inhoud staat vast. Zo voer je het uit.’ En daarop worden de studenten dan ook beoordeeld. Ze leren in feite af om te kijken met de ogen van de leerling. Precies dát wat juist nodig is bij kinderen met andere of noem het extra onderwijsbehoeften.’ 

 
Dat is best stellig uitgedrukt, Paul… 
‘…Klopt, maar we weten dat onderwijs leerlingen kan motiveren waardoor de leerprestaties toenemen. De effectiviteit daarvan wordt bepaald door de leerkracht. Naarmate hij of zij meer aansluit bij de werking van de hersenen van het kind, des te effectiever blijkt het onderwijs. En juist dat soort vraagstukken  - Wat heeft deze leerling op dit moment op deze plaats nodig? - moeten leerkrachten kunnen onderzoeken in hun klas of groep. Om het vervolgens te bespreken met collega’s.. Om weer te onderzoeken in de klas.. Om weer in het team te overleggen.. Zo krijg je gezamenlijk, breed gedragen, op leerlingen afgestemd onderwijs waarbij je recht doet aan een kind. Alsook aan de docent zelf, die in samenspel met anderen, zelf de oplossingen bedenkt. Dit  ‘systeem’ blijkt erg effectief te zijn als de leerkracht hiervoor de ruimte krijgt van de schoolleider en deze weer de ruimte krijgt van haar of zijn schoolbestuur.’

 
Enkele voorbeelden?
‘Kom ik zo op. Eerst nog even dit: uit de literatuur blijkt dat kinderen van 4, 5 jaar kritisch, ondernemend en creatief zijn. Zijn ze 8 jaar dan is de helft van deze aangeboren vermogens weg. Even overdreven, als ze 20 zijn vragen ze mij in de collegezaal: ‘Zeg me wat ik voor m’n opleiding of studie moet doen, dan kan ik daarna naar huis om leuke dingen te gaan doen.’ Hieruit blijkt dat het onderwijs niet motiveert, dat het indruist tegen de werking van onze hersenen; tegen onze aangeboren vermogens om kritisch, creatief en ondernemend te zijn. 
 
Om dit wel te bereiken moet de schoolleider de verantwoordelijkheid voor het onderwijs leggen bij de leerkracht, anders gaat het mis. En ja, hij moet vervolgens op z’n handen gaan zitten en zich primair bezighouden met voorlichting aan ouders, de zorg voor het gebouw, nieuwe leerlingen aantrekken. De leraar daarentegen moet een vrijheid voelen en die pakken om van daaruit het beste uit de leerling naar boven te halen, juíst voor het kind dat dreigt uit te vallen. Leerkrachten zijn geen uitvoerende poppetjes van door anderen ontwikkelde kant en klare lesprogramma’s, daar moeten we echt van af.’ 

 
En de voorbeelden?
‘O ja! Een kind met ADHD, dat niet stil kon zitten en een pesthekel aan school had, kwam op de Openluchtschool in aanraking met een meester die hem naar zijn interesses vroeg. Auto’s! Hij was dol op auto’s en met alles dat ermee te maken had. 
‘Zou jij je eigen ideale auto willen ontwerpen? ’ 
‘Zeker meester’
Vervolgens kreeg het kind toestemming om maandenlang twee ochtenden per week zijn eigen auto te ontwerpen. Een ander kind kreeg permissie om haar eigen camping te ontwerpen. En zo waren uiteindelijke alle kinderen in de klas enkele dagdelen per week bezig met hun eigen project en werkten dat tot in detail uit. Met excell-sheets over inkopen, inkomsten, uitgaven; alle vakken, alle leerstof zat erin omsloten. Op de vraag na enkele weken wat ze van school vonden werd positief gereageerd. Ze waren trots op hun creaties, hun ondernemerszin.
 
Hetzelfde speelde zich af in een klas met enkele zeer moeilijk opvoedbare meisjes, die elke les ruzie maakten en trammelant veroorzaakten. De juf vroeg hen wat ze interessant vonden. ‘Mode’, was het antwoord.
‘Dan gaan we daarmee aan de slag.’
De opdracht was een modeshow verzorgen, ze kregen een half jaar de tijd en moesten deze tot in detail voorbereiden. Stoffen, kleuren, ontwerpen, programma, licht/ geluid, catwalk, modellen… alles kwam erbij kijken, en ook hier waren binnen de opdracht alle schoolvakken geïntegreerd. De juf had geen kind meer aan deze groep, en ook zij was positief geraakt. 
 
Wat deze leerkrachten deden, was niet het boekje volgen, maar het vinden van de motivatie om te leren bij deze leerlingen en de lessen daarop aanpassen. Het huidige schoolsysteem veronachtzaamt dat. En het getuigt van lef als je het als juf, meester, docent anders durft te doen. Alleen of op basis van intervisie met je collega’s.  
Dit is de toekomst, waardoor minder leerlingen uit gaan vallen of, erger nog, thuis komen te zitten. Sluit aan bij de belevingswereld van deze kinderen, dan motiveer je hen en presteren zij, want zij voelen dan ook dat jij als docent vertrouwen in hen hebt. Deze veranderingsslag maken, zo moeilijk kan het toch niet zijn?’
Oudervereniging BALANS
Weltevreden 4a
3731 AL De Bilt

T (030) 225 5050
 
 
Website  |   Contact